Rimirando Lei ('Looking at her') uses texts by Dante and by Andriessen himself, quoted from the many letters Diderik Wagenaar received from him over the years. Among others, he chose the fragments below, seen here on notes from Wagenaar's archive.

Rimirando Lei ('Naar haar kijkend') gebruikt teksten van Dante en van Andriessen zelf, geciteerd uit de vele brieven die Diderik Wagenaar van hem in de loop der jaren ontving. Hij koos onder meer de onderstaande fragmenten, hier te zien op notities uit Wagenaars archief.

Wagenaar: "Rimirando Lei is my contribution to a theater project-in-preparation which will be realized in collaboration with the artist designer Carel Kuitenbrouwer. This project will be to the memory of Louis Andriessen and Jeanette Yanikian. Jeanette has been Louis' love, muse and first critic for almost fifty years.

We have chosen texts by Dante Alighieri in which Dante doubts whether he is able to express his love for Beatrice in words.The vocal episodes are alternated with flowing instrumental lines. The music will be interrupted four times by short spoken letter fragments with more "easy talk". As Louis used to say: " Keep it light!"

Wagenaar: "Rimirando Lei is mijn bijdrage aan een theaterproject in voorbereiding dat gerealiseerd zal worden in samenwerking met kunstenaar-ontwerper Carel Kuitenbrouwer, ter nagedachtenis aan Louis Andriessen en Jeanette Yanikian. Jeanette is bijna vijftig jaar lang Louis' liefde, muze en eerste criticus geweest.

We hebben gekozen voor teksten van Dante Alighieri waarin Dante twijfelt of hij zijn liefde voor Beatrice wel in woorden kan uitdrukken.

De vocale episodes worden afgewisseld met vloeiende instrumentale lijnen. De muziek wordt vier keer onderbroken door korte gesproken brieffragmenten met eenvoudig geklets. Zoals Louis altijd zei: " Houd het licht!"

In the Spring Festival Diderik Wagenaar's tribute will be surrounded by eight new pieces in various vocal and instrumental settings, played by the conservatoire's ensemble: Ensemble Royaal.

Andriessen and Wagenaar were good friends and often improvised together on the two Bechsteins that were upstairs in Louis' attic. Recently, this recording surfaced with no less than four improvisations, probably from the early seventies. For the enthusiast, there is much to discover in these instant compositions about their shared views, ideas and spontaneous ways of working.

00:00 ‘we each play one voice’
around 23:00 ‘we limit ourselves to two notes’
around 33:30 ‘we only use fifths’
around 51:50 go wild

Diderik Wagenaar: ‘I remember Louis and I giving ourselves assignments, like ‘now we each play only one voice.’ The improvisation starts by working out that assignment, then around 23:00 we limit ourselves to two notes and around 33:00 we start playing only fifths. Judging by the musical language, the improvisation is from before I wrote Praxis (1973). But we did know Reich! Note the passage around 18:00. And, of course, I was fond of Webern/ Stravinsky-like melody figures and bass lines. Louis might play more long modal melodies. On 3 February 1973, we played at a concert in Middelburg, improvising on two pianos. I still had to learn everything. Louis was reinventing himself.’

In het Spring Festival wordt Diderik Wagenaars eerbetoon omringd door acht nieuwe stukken in verschillende vocale en instrumentale zettingen, gespeeld door het ensemble van het conservatorium: Ensemble Royaal.

Andriessen en Wagenaar waren goed bevriend en hebben veel samen geïmproviseerd op de twee Bechsteins die bij Louis boven op zolder stonden. Onlangs dook deze opname op met maar liefst vier improvisaties, waarschijnlijk uit de vroege jaren zeventig. Voor de liefhebber valt in deze instant composities veel te ontdekken over hun gedeelde opvattingen, ideeën en spontane werkwijzen.

00:00 ‘we spelen ieder één stem’
rond 23:00 ‘we beperken ons tot twee tonen’
rond 33:30 ‘we gebruiken alleen kwinten’
rond 51:50 loos gaan

Diderik Wagenaar: “Ik herinner me dat Louis en ik onszelf opdrachten gaven, zo van ‘nu spelen we ieder slechts één stem’. De improvisatie begint met de uitwerking van die opdracht, waarna we ons rond 23:00 beperken tot twee tonen en rond 33:00 alleen kwinten gaan spelen. Naar de muzikale taal te oordelen is de improvisatie van voordat ik Praxis geschreven heb (1973). Maar we kenden Reich wel! Let op de passage rond 18:00. En ik was natuurlijk gek op Webern/Stravinsky-achtige melodie-figuren en baslijnen. Louis speelt misschien meer lange modale melodieën. Op 3 februari 1973 speelden we op een concert in Middelburg, improviseren op twee piano’s. Ik moest alles nog leren. Louis was zich opnieuw aan het uitvinden.”